Lieve lieve Katrien,
2019.
Ik dacht dat ik het hierbij laten zou. Het was genoeg geweest. Ik was ervan overtuigd dat het leven niets voor mij meer in petto had. Toch niks dat levenskwaliteit bood. Ik wou dood.
Ik wou dat het lijden eindigde. Misschien nog meer voor wie me lief was dan mezelf. Moe gestreden, met ongelijke wapens, ook al werd ik goed omringd.
Eind januari. Ok. Baat het niet, het schaadt ook niet. Schoorvoetend, gebogen hoofd en elk oogcontact ontwijkend bel ik bij je aan. Help. Ik wil hier weg. Je maakt er weinig woorden aan vuil, vraagt me te gaan liggen. En ik doe het. Ik doe het. Het voelde vertrouwd. Ok, met de benen gekruist. Dat wel. Je had me onmiddellijk beet.
Mijn bange, trieste, oververmoeide en getormenteerde ziel. Die geen hoop meer voelde, noch een uitweg zag. Maar, week na week, wroeten in die donkere krochten. Kon ik na enkele maanden opnieuw lachen, Voelde ik licht en goud.
Annuleerde ik mijn euthanasiedate. Het werd ineens zomer – een Belgische -. Ook in die ziel, hoofd en hart van me.
Jij redde mijn leven, lieve Katrien. Jij gaf me 2020 zomaar cadeau. Meer nog, ik kreeg er meteen een fantastische vriendin en soulmate bij. Dank je. Deze woorden schieten tekort. Dat heb je als je queens of reines eren wil.
Jij. Jij gaf me 2020. Ik. Ik geef er jou een mooie plek in, lieve Katrien. Beloofd.
A, volwassene, Brugge